Vakantieverhalen: El paraíso del golf

Voor wie nog op vakantie mag, voor wie al is geweest, en voor wie alweer uitkijkt naar de volgende. Golfreisverhalen uit Golfers Magazine om bij weg te dromen.

mallorca

Maar liefst negentien golfcourses telt het Spaanse vakantie-eiland Mallorca. Van eenvoudige, betaalbare resortbanen tot exclusieve Europese toppers. Golfers Magazine was te gast op vijf uiteenlopende banen op dit grootste eiland van de Balearen.

Tekst en fotografie Ronald van Halsteren

Stel je voor, je heet Hans-Peter Porsche en stel, je maakt deel uit van een beroemde familie van autobouwers. Over geld hoef je je geen zorgen te maken, zeker niet na het samengaan van Volkswagen en Porsche, waar miljarden mee gemoeid waren. Wat doe je dan in vredesnaam met zoveel geld?

Dan geef je lekker gas met het verzamelen van talloze modeltreinen en blikken speelgoed; zo’n beetje alles wat de laatste honderdvijftig jaar wereldwijd is gemaakt en nog in goede staat verkeert. En dan bouw je er een museum omheen, Traumwerk. Oh ja, en je laat ook nog een golfbaan op Mallorca bouwen.

Het museum, dat in het Duitse Anger vlak bij de Oostenrijkse grens ligt, willen we zeker eens bezoeken, gewoon uit nieuwsgierigheid. Want met zo’n goed gevulde portemonnee kun je natuurlijk de meest exclusieve antieke en authentieke speeltjes ter wereld kopen. Een beetje kind zijn we altijd gebleven…

Maar spelen op Alcanada, de volwassen Mallorcaanse golfbaan van Hans-Peter, willen we het liefst morgen alweer! Alles aan deze exclusieve course aan de noordelijke kust van Mallorca ademt golf in z’n puurste vorm.

De ontvangst is allerhartelijkst en bijna beschamend dienstbaar. De caddiemaster is een vrolijke twintiger die ons uiterst behulpzaam de shop in leidt om een en ander te regelen. De buggy’s zitten vol met flesjes water en een state-of-the-art gps-systeem. Maar niets, echt niets, kan je voorbereiden op de baan zelf. Ook niet de vrolijke Britse starter die zelfs nog wat goedbedoeld advies meegeeft voor we afslaan op de eerste hole, een par-5. 'Speel alsjeblieft op rechts en ga met je tweede slag zeker niet voor de green, want je bal verdwijnt geheid in de hindernis ervoor!'

De eerste vier spelers van ons gezelschap driven de ballen al dan niet bewust op links en tot we zelf aan de beurt zijn weten we pas dat dát inderdaad niet heel handig was. Want vanaf de tee verspert een fiks glooiende heuvel je uitzicht op wat daar dan achter zou moeten liggen en met een redelijke drive rechts kun je tenminste nog een beetje zien waar je naartoe moet. De mannen die op links hebben geslagen zoeken inmiddels na hun tweede slag in het rotsige kloofje, dat bewaakt wordt door tal van bomen ervoor. De starter had gelijk, want ze pakken allemaal een strafslag. Ik hou m’n bal met de derde slag keurig rechts van de green. En sluit de openingshole af met een par.

Onaangetast landschap

De opdracht van Hans-Peter Porsche aan de architecten Robert Trent Jones senior én junior was om gebruik te maken van de natuurlijke omgeving en daar nauwelijks tot geen aanpassingen in aan te brengen. Dus speel je vanaf de eerste tee richting de steile heuvels van de bergen van de Sierra de Levante, waar het rustgevende geklingel van de bellen van berggeiten en schapen door de bosschages van dennen-, olijven- en eikenbomen heen klinkt. Het mooie, onaangetaste landschap herbergt een keur aan dier- en bijzondere vogelsoorten en de holes die er tussendoor meanderen kennen lastige, maar eerlijke teeshots; bijna zestig verraderlijk geplaatste fairway- en greenside bunkers en snelle, uitdagende greens, met breaks die je amper ziet.

Kristoff Both (41), de manager van Alcanada, kent alle verhalen inmiddels wel over ‘zijn’ baan. Al sinds de opening is hij betrokken bij dit project van ‘meneer Porsche’, zoals hij zijn werkgever steevast benoemt. Hij maant ons om een volgende keer toch vooral in het voorjaar te komen want dan schijnt deze toch al bijzondere baan op zijn mooist te zijn. Mooier dan in het najaar, het moment waarop wij Mallorca bezoeken. 'Logisch, want we hadden een lange hete zomer', vertelt de golfdirector op het terras van het prachtig gelegen clubhuis. Hier heb je zicht op de baai van Alcudia en de markante vuurtoren die in het logo van de baan is terug te vinden. 'We gebruiken een speciale bermudagrassoort, paspalo, die erg goed bestand is tegen hitte en zout. Probleem is alleen dat we door wetgeving verplicht zijn afvalwater te gebruiken voor de irrigatie. De zuiveringsfabriek hier in Alcudia is nooit gerenoveerd. De installatie kan water zuiveren voor 20.000 mensen, maar in de zomer verblijven er hier 60.000. Dus dan wordt het zuiveringsproces versneld en loopt de kwaliteit zienderogen terug. Daar hebben we last van.'

Cycloon

Porsche verwierf de grond al in de jaren tachtig en liet Trent Jones senior de eerste schetsen maken. Tot bleek dat het verkrijgen van de vergunningen wel even zou duren. Veertien jaar maar liefst. 'Tegen die tijd was senior niet meer in staat om naar Europa te reizen, dus kreeg Trent Jones junior de opdracht. Van ’99 tot 2000 is er gebouwd en we zouden in 2001 opengaan', vertelt Both. 'Tot er in ons openingsjaar een tropische cycloon over Mallorca raasde. Tienduizenden bomen knakten alsof het lucifershoutjes waren. We konden weer van vooraf aan beginnen…'

Ondanks de tegenslag werd de course in 2003 geopend en sindsdien hebben velen Alcanada geroemd om haar natuurlijke schoonheid. 'Dat was de enige voorwaarde die meneer Porsche had gesteld', legt Both uit. 'Omdat de baan zo in het bestaande landschap is verweven, vind je er bijvoorbeeld geen meertjes, aangezien die er niet zijn op dit eiland. Niet te veel aarde verplaatsen, de bomen daar laten waar ze zijn, maak er een natuurlijke course van.'

Last van de flight voor of achter je zul je ook niet snel hebben. Maar liefst twaalf minuten zitten er tussen de teetimes. Minder spelers op de baan betekent ook minder divots, pitchmarks en andere beschadigingen, waardoor Alcanada in een betere conditie verkeert dan veel andere banen op het eiland. En je dus ongestoord kunt genieten van het geweldige design.

Na een stevig begin met op twee en drie doglegs naar links richting de heuvels, is zeven een van de signatureholes. Met 561 meter van de gele tee dendert deze par-5 eindeloos de heuvel af richting het dal. Vergeet niet te genieten van het uitzicht op zee en vuurtoren. De tweede negen zijn iets toegankelijker, met hole dertien als uitschieter. Met ook nu weer een par-5 heuvel af richting Middellandse Zee, waardoor je de laatste paar holes langs het strand afwerkt.

Afsluiten doe je op het al eerder gememoreerde terras om nog even te genieten van alle gastvrijheid. En ja, dat komt tegen een prijs: een greenfee van honderdvijftig euro.

Verleider

En dan te bedenken dat ons rondje Mallorca al zo prachtig begon, op Son Muntaner. Samen met de oudste baan van het eiland, Son Vida, en jongere broer Son Quint onderdeel van Arabella Golf. Dus aanpalende hotels en de bijkomende voordeeltjes bij het boeken. Son Muntaner echter is een echte ledenbaan. Met een chique, eindeloze oprijlaan aan weerszijden geflankeerd door die typisch Mallorcaanse gestapelde stenen muurtjes. Een statig clubhuis, fraai verzorgde tuinen eromheen en een ruime drivingrange.

De course verleidt je direct tot het nemen van risico’s. En daar zit 'm de kneep in deze lastigste van de drie Arabella-courses. Waar je bij Son Vida, waar we later speelden, juist veel accuratesse nodig hebt, tikt Son Muntaner de zesduizend meter aan vanaf geel, dus je hebt lengte nodig. Bij de eerste vier holes is er water in het spel, terwijl de vijfde, een par-3 van dik 180 meter heuvel op tegen de wind in, weer een behoorlijke hijs van de gemiddelde golfer verlangt. De tweede negen van deze in 2016 nog gerenoveerde baan, is wat compacter, toont parkland-achtiger en is vergevingsgezinder. Maar nog steeds moet je je best doen om hier met een redelijke score het clubhuis te bereiken. Waar dan weer prima eten voor je klaarstaat dat je op de tee van de achttiende via de gps-display in je buggy hebt kunnen bestellen…

Dan was de voorlaatste van ons kwintet, Son Antem West, een duidelijke tegenvaller. Net als de oostelijke tegenhanger vallen de Son Antem-banen onder auspiciën van Marriott. Typische resortcourses dus, waarvan West nog de meest uitdagende is. Maar de lange hete zomer had duidelijk haar sporen nagelaten. Matige, stroperige greens, uitgedroogde fairways die veelal langs elkaar lopen, gescheiden door lange rijen pijnbomen. Vol vakantiegolfers die ‘ook weleens een rondje willen lopen’ in dit enorme hotel- en timesharing-complex.

Subtopper

Gelukkig hadden we Vall d’Or als afsluiter nog tegoed. Een subtopper, met veel hoogteverschillen, uitdagende afwisselende holes en, volgens de vele winterse overblijvers, heeft het met Maxime het beste restaurant van alle golfbanen op Mallorca. De vrijdagavondbarbecue schijnt steevast uitverkocht te zijn. De eerste negen werden in 1986 afgeleverd. Ze vormen nu de afsluitende lus, want in 1993 werd Vall d’Or een volwaardige 18-holescourse, met nu als eerste negen spannende holes in het gebied tegen de bergen aan. Ook hier weer eindeloze afdalingen richting kust, met hole drie als absolute topper. Een hoog gelegen tee vraagt erom eindeloos de vallei in te driven, maar dan zijn er tal van obstakels tot aan de green die het je lastig maken om er met een goeie score vanaf te komen. De originele holes bieden echter een totaal ander aangezicht. Open, redelijk vlak en kansen op een uitstekende score.

De variatie is de grote kracht van het golf op Mallorca. De vele banen bieden alle weer wat anders. Zeker ook qua prijs, maar daar valt meestal door vooraf te boeken, via de reisorganisatie of via hotel of ander verblijf het nodige aan te sleutelen. Voor ons was het een aangename kennismaking die zeker voor herhaling vatbaar is…

(Dit artikel stond eerder in Golfers Magazine 2 2017)