Uit Golfers Magazine: Golfende presidenten

Amerika kiest een nieuwe president. Gaan we die president ook op de golfbaan terugzien en welke voormalig presidenten mochten graag een balletje slaan

De presidentskandidaten Donald Trump en Hillary Clinton hebben beiden iets met golf. Clinton speelde vroeger af en toe, maar dan vooral omdat echtgenoot Bill dol was en is op de sport.

Trump is natuurlijk een geheel ander verhaal. Hij speelt veel vaker en heeft een handicap van iets meer dan 3.0. ‘Ik ben goed genoeg om op de PGA Tour te spelen’, pochte Trump begin september in een tv-interview. Realiteitszin en de waarheid spreken zijn geen eigenschappen van de magnaat: ruim de helft van wat hij tijdens de presidentscampagne zei, was op zijn minst een beetje gelogen.

Daarnaast is Donald Trump eigenaar van een aantal banen, zoals het Schotse Turnberry en Doral in Florida. En eerlijk is eerlijk, beide courses zijn sinds de overname door Trump een stuk beter geworden.

De allereerste president die op de golfbaan te vinden was: William Howard Taft, die in 1908 voor één termijn werd gekozen. Taft was corpulent, maar dat verhinderde niet dat hij naast een uitstekende danser en een behoorlijke golfer was. De Republikeinse president hielp mee om de jonge sport populairder te maken. Een equipmentfabrikant bracht zelfs een Taft Putter op de markt.

Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben maar twee presidenten niet gegolft: Harry Truman en Jimmy Carter.

Lyndon B. Johnson was en Bill Clinton is verzot op mulligans. Richard Nixon was geen echte sportman, maar hij oefende net zo vaak en lang tot hij een redelijk goede golfer was. Nixon vond in de baan vooral de ontspanning die hij nodig had.

Gerald Ford was een opmerkelijke speler. De opvolger van de vanwege het Watergate-schandaal afgetreden Nixon deed vooral na zijn nederlaag tegen Jimmy Carter in 1976 vaak mee aan liefdadigheidstoernooien en Pro-Am's. Hij was een graag geziene gast tijdens de Bob Hope Classic, destijds een vijfdaags toernooi van de US Tour dat in Pro-Am-vorm werd gespeeld. Ford was niet echt recht vanaf de tee en raakte regelmatig mensen in het publiek. Dat ontlokte gastheer en komiek Bob Hope de uitspraak ‘President Ford is the most dangerous driver since Ben Hur’.

Van alle presidenten had John F. Kennedy met gemak de beste kunnen zijn, maar hij speelde niet zoveel, omdat hij vond dat de kampioen van de gewone man geen rijkeluissport moest spelen. Maar JFK hield echt van golf. Ondanks zijn chronische rugproblemen had de op 22 november 1963 vermoorde president een uitstekende swing. Hij scoorde met gemak in ‘the high 70’s or low 80’s’.

Net als Kennedy kwamen George H.W. Bush en George W. Bush uit een gegoede familie. Hun respectievelijke grootvader en overgrootvader was George Herbert Walker, in de jaren twintig van de vorige eeuw president was van de United States Golf Association. Hij riep de tweejaarlijkse match tussen de beste amateurspeelsters van de en Groot-Brittannië in het leven: de Walker Cup.

Bill Clinton zorgde er eigenhandig voor dat hij weer kon putten nabij het witte huis.

Bill Clinton zorgde ervoor dat de in de jaren zeventig verwijderde puttinggreen weer terugkwam in de tuin van het Witte Huis. Maar er werd geen bunker aangelegd. De Secret Service, zei ontwerper Robert Trent Jones Jr in een interview met Golf.com – zijn vader tekende de green van Eisenhower had geen vertrouwen in de bunkerslagen van Clinton. ' “Als u er een aanlegt”, zei een agent, “dan raken zijn slagen het Witte Huis, gaan alle alarmbellen rinkelen en hebben we een Code Rood. Dus alstublieft, leg geen bunker aan.”'

Aftredend president Barack Obama leerde golfen toen hij nog politicus in Illinois was. Obama speelt behoorlijk vaak, zeker tijdens zijn vakanties in de staat Hawaii. En dat zal vanaf het voorjaar van 2017 alleen maar meer worden.

(Uit Golfers Magazine 8)