The Belgian Knockout: Column Karl Vannieuwkerke

Speciaal voor het Belgian Knockout vroeg Golfers Magazine de Vlaamse sportverslaggever, presentator en schrijver een column over zijn liefde voor de golfsport te schrijven.

bko

Het was in 2012 dat de golfmicrobe me te pakken kreeg. Producer G. van Vive le vélo!, de dagelijkse VRT-talkshow tijdens de Tour, had zijn clubs mee en ik mocht op de kasteeldomeinen in de Bourgognestreek al eens een balletje slaan. Chippen naar het dichtstbijzijnde borstbeeld van Robespierre of een oude Srixon met de ‘big stick’ keihard de wijngaarden in rammen.

Al snel werden dure eden gesmeed en weddenschappen afgesloten. Ik zou tegen de volgende Tour onder zijn handicap (18.1 op dat moment) zakken. Wist ik veel hoe dat handicapsysteem in mekaar zat? Maar die zes flessen champagne – heb ik die eigenlijk al gekregen? – en de eer zouden een jaar lang mijn drijfveer worden. Een paar dagen na de Tour stapte ik een golfclub in het West-Vlaamse Ieper binnen en een half uur later was ik lid.

Van dan af ging er geen dag voorbij zonder dat ik een club in mijn handen nam. Gebeten door de microbe. Overmeesterd door het virus. Handicap 36 na een paar weken. Handicap 20 na een paar maanden. Tegen februari was ik G. voorbij. 17.9. Ik stuurde een screenshot van mijn nieuwe EGA-handicap en vroeg schertsend waar ik de flessen mocht afhalen. Maar het vuur was niet geblust. De uitvinder van het handicapsysteem moet een gezellige klootzak zijn geweest. Altijd meer, altijd beter. Ik klokte dat eerste jaar af op 12.9 om in een tweede golfseizoen single handicapper te worden. De ochtendlijke matchplaywedstrijden tijdens de Tour werden vanaf dan heerlijke duels met champagne en wijn als inzet. Met een volle koffer reed ik naar huis.

Eens je een behoorlijk niveau (of dat denk je) hebt bereikt, ga je dromen van de mooiste terreinen. Vorig jaar werd ik uitgenodigd om in augustus een Pro-Am te spelen op het prachtige Aruba. Golfclub Tierra del Sol als droomdecor. Gekoppeld aan de Nederlandse pro Fernand Osther konden we in ideale omstandigheden zien hoe golf echt wordt gespeeld. Een andere sport dan diegene die wij, kleine amateurs, beoefenen. Osther sloeg de ballen met de wind in de rug meer dan driehonderd meter ver, legde balletjes vanaf 150 meter op een meter van de vlag en liet de moeilijkste putts gemakkelijk lijken. Ik genoot en geraakte op hetzelfde moment gedemotiveerd. De modale voetballer die eens mag meetrainen met Cristiano Ronaldo. Je kijkt er maanden naar uit maar wordt al snel geconfronteerd met je gebreken. Gelukkig was er de fantastische baan van Tierra del Sol en het zicht op de Caribbean en het ruige stuk van het eiland. Mijn clubs bleven bij thuiskomst een tijd in de reistas. Ik moest even bekomen van de shock om iemand van dichtbij zo goed te zien golfen. Maar ondertussen ben ik opnieuw in actie geschoten. Ik wil terug. 

(Deze column stond eerder ook in Golfers Magazine 3. Nog geen abonnee van Golfers Magazine? Sluit dan hier een abonnement af)

World
  • Golfsupport