Het beste van 2017 - editie 9: Fransen betalen, Tour strijkt op

Volgend jaar is het weer tijd voor de Ryder Cup maar de tweejaarlijkse wedstrijd werpt zijn schaduw ver vooruit

ryder cup

Voor de romantici onder ons: golf op hoog niveau is niet alleen de sport met veertien stokken en een bal. Het is ook – en cynici zeggen vooral – de sport van de geldstromen.

In editie tien van de vorige jaargang schetste Golfers Magazine al het beeld van de Draufgänger die Keith Pelley heet. De Canadees trad in augustus 2015 aan als Chief Executive Officer van de Europese Tour. Hij volgde George O’Grady op die op zijn beurt weer de man was die Ken Schofield afloste als topman van het in 1972 opgerichte circuit.

Pelley was van 2000 tot 2015 al werkzaam in de sportwereld. Eerst bij de Toronto Argonauts, een team uit de Canadian Football League, en vervolgens in de harde wereld van de (Canadese) televisie. Over geldstromen gesproken.

De 53-jarige Pelley wist bij zijn aantreden dat de Europese Tour niet meer dan het kleine broertje is van de PGA Tour. Qua niveau van de toernooien, qua kwaliteit van de spelers, qua aandacht van de media en – last but not least – qua prijzengelden.

In de VS speelt men nagenoeg wekelijks om zes miljoen dollar of meer, op de Europese Tour maar een enkele keer. En dat is de voornaamste reden dat het gros van de Europeanen lid is van beide circuits en dat bij het samenstellen van de speelschema’s door hen eerst wordt gekeken hoe de kalender van de PGA Tour eruit ziet.

Er zijn Europeanen zonder speelbewijs van de PGA Tour die zich daar aan ergeren, die vinden dat de sterren de Europese Tour te weinig steunen. Denk aan een Nicolas Colsaerts, die in een vorige Golfers Magazine geen blad voor de mond nam: ‘Ik denk te zwart-wit om lid te zijn van het Tournament Committee van de Europese Tour. En ik ben ook te recht voor zijn raap en te eerlijk. Neem de recente verandering die mannen die niet meer dan vier wedstrijden spelen toch in staat stelt om hun lidmaatschap te behouden. Echt? Hé gasten, kom met je dikke r**t wat vaker hier naar toe en houd je kop. Het gaat echt je leven veranderen. Je huidige leventje kabbelt maar door. Bewijs ons een dienst en bewijs waar je vandaan komt een dienst en steun [de Tour] een paar keer per jaar.’

Waarschijnlijk halen de grote mannen hun schouders op voor de kritiek van Colsaerts. Waarschijnlijk zouden veel Europeanen definitief voor de Amerikaanse Tour kiezen als die kleine (42 centimeter hoge) gouden trofee er niet was: de Ryder Cup.

De twee toverwoorden zijn dus: Ryder. Cup.

Je moet lid zijn van de Europese Tour om in aanmerking te komen voor het twaalf man tellende team. Er was een tijd dat je vijftien toernooien moest spelen om dat lidmaatschap te verkrijgen of te behouden. Dat zijn er nu – zie ook de uitlatingen van Colsaerts – maar vier.

En als er dan goede spelers zijn die door welke reden dan ook problemen krijgen, dan knijpt de Europese Tour een oogje dicht. Denk aan het seizoen 2015, toen McIlroy het destijds als minimum beschouwd aantal van dertien toernooien niet haalde. Mocht de Noord-Ier van Pelley toch vrolijk aan de Final Series meedoen. Als het – om maar vlak bij huis te blijven – Luiten was geweest? ‘Sorry Joost, better luck in 2016.’

De twee toverwoorden zijn dus: Ryder. Cup. De Europese Tour heeft het tweejaarlijkse duel nodig. Als uithangbord en – vooral – als inkomstenbron. Het is een publiek geheim dat de Tour het in financieel opzicht niet gemakkelijk heeft. Maar eens in de vier jaar is Europa gastheer en dan vaart bij het hoofdkwartier op het Engelse Wentworth de zilvervloot binnen. Die inkomsten zijn voldoende om de matige resultaten van de andere drie seizoenen goed te maken.

Een financieel overzicht van de Ryder Cup is niet beschikbaar, maar er zijn voldoende mensen die enig inzicht hebben in de geldstromen en daar kwam onlangs een mooi stuk in L’Equipe bij over het financiële plaatje van de match die van vrijdag 28 tot en met zondag 30 september wordt gespeeld op de baan van Le Golf National, even ten zuiden van Versailles.

De Franse sportkrant becijferde dat het organisatiebudget van de Ryder Cup 2018 veertig miljoen euro bedraagt. Dat wordt geheel door de Fransen betaald. De Franse golffederatie (FFG) legt daarvan de helft op tafel. Die twintig miljoen is het resultaat van een verhoging van de contributie van de ongeveer 400 duizend licentiehouders. Zij betalen tot en met 2022 jaarlijks drie euro extra. De andere twintig miljoen euro zijn afkomstig van de overheid (tien miljoen) en Franse sponsoren (eveneens tien miljoen).

Dan zou je denken: dat verdien je wel terug met de bijdragen van internationale sponsoren, de opbrengsten van de kaartverkoop – daarover zo meteen meer – en de tv-rechten.

Niets van dit alles. Op de reclameborden die door de camera’s in beeld worden gebracht staan alleen de namen en/of logo’s van die internationale sponsoren. De tv-fees gaan rechtstreeks naar Ryder Cup Europe, net als de inkomsten van de kaartverkoop en de bijdragen van de grote concerns.

'Laten zien dat golf een populaire sport is'

Hoeveel de tv-rechten opleveren, is niet bekend, maar na enig rekenwerk wordt wel duidelijk hoeveel de toegangsbewijzen opleveren, inclusief drie oefendagen: ruim 34 miljoen euro.

De winst van de Ryder Cup gaat dus naar Ryder Cup Europe, een soort joint venture van de Europese Tour (60 procent), de Britse PGA (20 procent) en de PGA’s of Europe (20 procent).

De geschatte omzet van het duel van 2014 op Gleneagles was 90 miljoen euro. Daar gingen kennelijk heel veel kosten vanaf, want de PGA’s of Europe kregen een miljoen overgemaakt.

De Fransen lijken er overigens niet mee te zitten dat zij niet meedelen in de winst. Zegt Pascal Grizot, president van het organisatiecomité tegen L’Equipe: ‘Het gaat ons niet om de kaartverkoop maar om te laten zien dat golf een populaire sport is.’

Bovendien heeft de Franse federatie bedongen dat in principe veertig procent van de ongeveer 160 duizend kaartjes voor de wedstrijddagen voor Franse golffans zijn.

Maar de inwoners van dit land kennende, haken ze ongetwijfeld in groten getale af als er zich geen Fransen voor het Europese team plaatsen. En de kans op dat laatste scenario is best groot.

World
  • Getty Images