Golfjargon

Columnis Rob Hoogland dacht alle termen wel zo'n beetje te kennen maar liet zich verrassen door Anne van Dam

lippenstift

En ik maar denken dat geen golfuitdrukking mij nog zou kunnen verrassen.

Nou, mooi wel.

Ik loop al een tijdje mee, als golfer. Op maandag 5 oktober 1992, de dag na de Bijlmerramp (daarom vergeet ik het nooit meer), nam ik tijdens de clinic van het Anton Witkamp Masters op de Purmer voor het eerst een golfclub in de hand. Waarmee de volgende ramp zich dus alweer aandiende, al had ik wel reeds snel in de smiezen dat ik het niet zozeer van mijn sportieve prestaties moest hebben, als wel van mijn praatjes. Zo ontwikkelde ik mezelf op het gebied van de 'locker-room banter', een uitdrukking die later dankzij Donald J. Trump nieuw leven zou worden ingeblazen, in no-time tot een vooraanstaande deskundige. Maar ook op andere verbale terreinen stond ik op en rondom de golfcourses spoedig mijn mannetje.

Neem onze herenmiddag, waar overigens niet zoveel heren aan meedoen, al zijn de deelnemers over het algemeen wel van mannelijke kunne.

Dan word ik ingedeeld met Sjoerd, een van die golfers die je niet echt zonder marker de baan in kunt laten gaan. Met gebruikmaking van een swing die niet zou misstaan in het hoofdstuk De Lelijkste Bewegingen Aller Tijden van het Guinness Book of Records, geeft Sjoerd de bal altijd een enorme oplawaai, met heel af en toe een positief resultaat in de vorm van een rechte drive van 300 meter. Bovendien zweeft de wereld van diversiteit en inclusie voor Sjoerd, zoals trouwens voor de meeste deelnemers aan deze populaire wekelijkse wedstrijd, zo ongeveer ter hoogte van Mars in het universum rond.

Gelukkig laat Sjoerd zijn putts vaak een metertje of anderhalf te kort.

'Golft je man ook, Sjoerd?', vraag ik dan.

In variaties op die opmerking spelen om de een of andere reden ook de Bekende Nederlanders Hans van der Togt, Jos Brink en Hans van Willigenburg vaak een rol.

Maar ja, toen las ik een leuk interview met ons aller Anne van Dam in de Telegraaf, waarin Neerlands beste golfster vertelde hoe zij in vergelijkbare situaties tijdens pro-ams met flightgenoten van het type Sjoerd pleegt om te gaan.

'Je liet iets vallen', zegt Anne dan droogjes.

'O ja, wat dan?, vraagt zo'n man meestal, verbaasd om zich heen speurend.

'Je lippenstift.'

En die kende ik dus nog niet, terwijl ontelbare andere deelnemers aan onze herenmiddag 'm bij navraag wél al regelmatig van stal bleken te halen.

Ik heb het gevoel dat het weer 5 oktober 1992 is.

(Deze column stond eerder in Golfers Magazine)

World
  • istock