De dictator van Augusta - II

Voor velen is The Masters het mooiste Major, maar het is ook het kampioenschap van Clifford Roberts, de man die decennialang met ijzeren vuist regeerde op Augusta National. Vandaag deel 2 van dit verhaal uit Golfers Magazine.

De dictator van Augusta - II

(lees hier het eerste deel van dit verhaal)

Chagrijn
Er waren kleine dingen waaraan doorgewinterde leden het humeur van hun voorzitter konden aflezen. Droeg hij een das, dan kon je hem gerust aanspreken. Geen das? Beter een blokje om lopen.

Op de dag dat Roberts naar de club vloog – hij had appartementen in Manhattan, in North Carolina en op de Bahama’s –, schatten medewerkers van de club die hem afhaalden zijn humeur in. Chagrijnig? Dan werden de pins op (relatief) gemakkelijke plekken gezet. Vrolijk? Dan kregen ze Masters-posities.

Clifford Roberts verbleef vaak weken op de club. Hij logeerde niet in een van de comfortabele cabins, maar in een eenvoudige kamer in het clubhuis.

Zijn rondes begonnen nooit voor het middaguur. In de ochtend regelde hij tal van zaken en ontbood hij vaakdeskundige leden die in Augusta woonden. Een jurist moest komen opdraven, maar stond na vijf minuten alweer buiten. ‘Je kent Cliff’, zei hij tegen de clubpro. ‘Hij vraagt je iets, maar geeft je meteen ook het antwoord.’

Niets ontsnapte op de club aan zijn aandacht. Dat ging vaak om kleine dingen, zoals de manier waarop schilderijen en foto’s in het clubhuis waren opgehangen: altijd met twee haakjes. Roberts kon het niet uitstaan als er iets scheef hing.

De kassa van de proshop was alleen gevuld met nieuwe bankbiljetten, want de voorzitter was licht allergisch voor gebruikt geld. Er was een jaar dat Clifford Roberts niet te spreken was over de nieuwe collectie shirts, die hij ongetwijfeld wel had goed gekeurd.

‘Small is te groot en medium te klein’, klaagde hij. ‘Dus werd bij de fabriek een reeks small-medium shirts besteld. De hele productie van andere kleding werd een dag stilgelegd omdat Roberts niet wenste te wachten.’

Leden mogen gasten uitnodigen, maar als Roberts zag dat zo’n invité ook de vólgende dag afsloeg, waren de rapen gaar. Geen wonder dat leden vaak eerst naar de proshop belden met de vraag of mister Roberts die dag op de club was.

‘Ik was banger voor Clifford Roberts dan voor een ratelslang’, erkende een gerespecteerd clublid jaren later.

Steak en roastbeef
Personeel en leveranciers wisten ook dat het oppassen geblazen was met de voorzitter. Een onderhoudsbedrijf dat ondanks waarschuwingen van Roberts met een aantal tractoren te dicht bij een aantal bomen kwam, kon meteen inrukken.

Over bomen gesproken. In de jaren dat Roberts heerste, moest de ene loofboom na de andere plaats maken voor een naaldboom. Die bleven groen in de winter en Roberts had een enorme hekel aan afgevallen bladen op een golfbaan.

Een pro die samen met Roberts een fourball-betterball speelde, maakte negen parren op de eerste negen – een prestatie van formaat voor velen. Niet echter in de ogen van de voorzitter: ‘Netto-parren maken kan ik zelf wel. Ik heb birdies nodig. Vraag maar aan een collega van je of hij de tweede negen speelt.’

Het menu in het restaurant was weer van een geheel andere orde. Een mannenclub, dat moest Augusta zijn. Dus steak en roastbeef als diner, weg te spoelen met goede Franse rode wijn.

Jarenlang was kokosnootijs het dessert van de club. Op een dag had Roberts er genoeg van. Het moest perzik worden. Prompt stond de kelder vol met blikken met peaches, de officiële vrucht van de staat Georgia. En o wee alsde (zwarte) leden van de keukenbrigade een plaatselijk gerecht bereidden, omdat leden dat zo graag wilden. Dan was het clubhuis te klein. Kon dus alleen als de voorzitter weg was.

Vrouwen
In de loop der jaren zijn er veel boeken over The Masters en Augusta National geschreven. Begrijpelijk, want het is een golfkampioenschap dat anders is dan anders. The Masters is eigendom van en wordt georganiseerd door de club zelf. Decennialang had vooral Clifford Roberts lak aan alles en iedereen. De USGA, PGA of America en de PGA Tour stonden slechts in dienst van The Masters en nog steeds maakt het bestuur van de club en zeker de voorzitter, sinds 2017 Fred Ridley, zelf wel uit wat goed is of niet. Zo is Augusta National waarschijnlijk de enige golfbaan van de VS die geen slope- en courserating heeft toegestaan. Een officieel handicapsysteem hanteert Augusta niet, al is het wel zo dat nagenoeg alle leden elders lid zijn en de noodzaak min of meer ontbreekt.

Dat er met ingang van dit jaar een Augusta National Women’s Amateur Championship is met de laatste ronde op de heilige grond, op 6 april, vijf dagen voor de start van The Masters, zou ten tijde van het regime van Roberts niet eens ter sprake zijn gekomen. Een lid dat zo’n idee had geopperd, had meteen zijn locker kunnen uitruimen.

(Wel is het zo dat het nieuwe toernooi een Championship is en geen Masters. Verschil moet er blijven).

Roberts trouwde drie keer, maar je kon hem moeilijk een man noemen die goed met vrouwen kon opschieten. Hij had er gewoon geen idee van hoe je dat moest doen.

Veel mensen wisten dat Dwight Eisenhower in de Tweede Wereldoorlog een verhouding had met Kay Summerby. Niet volgens Roberts, die haar ontmoette en daar later over zei dat Eisenhower een ‘one-woman man’ was en dat de in veler ogen zeker niet onaantrekkelijke Kay ‘niet de lichamelijke uitstraling had om de gemiddelde man te verleiden, laat staan een man zoals generaal Ike.’

Twee jaar geleden publiceerde Golfers Magazine een groot verhaal over de rol die leden van Augusta – Clifford Roberts voorop – speelden bij de verkiezing en de herverkiezing van Eisenhower tot president van de Verenigde Staten.

Stok om te slaan
Toch blijven er mensen beweren dat er een vrouw in het spel was bij een beslissing van Roberts,die hem door velen nooit werd vergeven.

In 1947 werd amateur Frank Stranahan op twee slagen van Jimmy Demaret, tweede. Samen met de grote Byron Nelson. Een jaar later kwam Stranahan niet verder dan zeven holes – van de eerste oefenronde. Hij had daarvoor een woordenwisseling gehad met de hoofdgreenkeeper, die hem er op niet mis te verstane wijze aan herinnerd had dat het tijdens oefenronden niet toegestaan was om met meer dan één bal te spelen. Op de green van acht werd de amateur opgewacht door een gezelschap heren in groene blazers. Zij verwijderden hem van de baan: ‘jeinvitatie is ingetrokken’. Stranahan en zijn puissant rijke vader bewogen hemel en aarde, maar Roberts was onverbiddelijk.

Een hardnekkig gerucht wil nog steeds, gebaseerd op een artikel later inGolf World, dat Stranahan ‘iets’ had met een mooie blonde dame. En Clifford Roberts had ook een oogje op haar – zijn secretaresse. Met andere woorden: op Augusta zocht men een stok om de hond te slaan. En die werd al snel gevonden.

‘Daar zeg ik niets over’, vertelde Frank Stranahan jaren later aan Curt Sampson, de auteur van The Masters, Golf, Money and Power in Augusta. Maar hij vertelde wel dat de meeste spelers en journalisten zich solidair met hem verklaarden. Ná het kampioenschap.

Racistische opvattingen
Clifford Roberts is de geschiedenis ingegaan als een man met racistische opvattingen. En public keek hij wel uit om zich al te ongenuanceerd uit te laten, maar de na zijn dood vrij gegeven, op band opgenomen interviews tonen ons een Roberts die bepaald geen vrijzinnige ideeën had over de relatie tussen blanke en zwarte mensen.

Curt Sampson citeert in zijn boek uitgebreid uit de Robert Tapes. En ja, in zijn tijd als voorzitter deden er geen zwarte spelers mee. Ze plaatsten zich niet, dat is waar, maar Roberts dacht er niet aan om spelers als Charlie Sifford en Lee Elder een uitnodiging te geven, wat hij wel voor andere pro’s en amateurs regelde.

In Clifford Robert's tijd waren de spelers wit en de caddies en het personeel in het clubhuis zwart en dat moest in de ‘mooie’ traditie van het Zuiden eeuwig zo blijven.

Ook na zijn dood was Augusta National lang een witte enclave. Pas midden jaren negentig van de vorige eeuw, toen er even sprake van was dat golf tijdens de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta zijn rentree zou maken – op Augusta – werd in allerijl een zwarte, golfende zakenman lid gemaakt.

Rassenscheiding was overigens lang, telang een feit in golf. In 1947 maakte Jackie Robinson bij de Brooklyn Dodgers zijn debuut in Major League Baseball. Maar het duurde tot 1962 eer de PGA of America de Caucasian Clause ophief, de regel die professioneel golf iets slegs vir blankeshad gemaakt.

In een recente editie zette het weekblad The New Yorkernog maar eens op een rijtje hoe relatief kort het geleden is dat de belangrijkste rassenwetten werden afgeschaft.

DeCivil Rights Acten de Voting Rights Act dateren beide uit het midden van de jaren zestig. Pas in 1967 maakte het Amerikaanse Hooggerechtshof een einde aan het verbod dat zeventien staten hadden op gemengde huwelijken.

Je moet tal van Roberts uitlatingen deels in het teken van de tijd plaatsen. Het is vaak te gemakkelijk om met de ideeën van nu op het verleden terug te kijken. Maar zelfs met zo’n filter moet je soms je wenkbrauwen fronsen.

In 1957, toen zijn grote vriend, idool en protegé Dwight Eisenhower president was, stond Little Rock in Arkansas in het teken van ernstige rassenrellen. Eisenhower stuurde federale troepen naar de staat om zwarte scholieren te beschermen.

In het grote interview waaruit Sampson in zijn boek citeert, gaat Roberts helemaal los. 'Het was de schuld van die waardeloze gouverneur.'

Voor (blanke) mensen uit het zuiden betekende volgens de voorzitter van Augusta National integratie maar één ding: gemengde relaties. ‘Kinderen die uit dit soort huwelijken worden geboren zijn in alle opzichten de meest waardeloze mensen.’

Roberts haalde Brazilië als voorbeeld aan. Op het gebied van rassen en rassenvermenging was dat land in zijn ogen iets dat we nu een failed statezouden noemen.

Vooral Sifford en ook Elder hadden zonder twijfel ooit een wildcard kunnen krijgen, maar er was geen haar op het hoofd van Clifford Roberts dat daaraan dacht. Hun ultieme revanche kwam in 1997, toen Tiger Woods – zoon van een Amerikaanse zwarte man en een Thaise vrouw – The Masters met een straatlengte voorsprong won.

Dit is het tweede en laatste deel van een verhaal dat Jan Kees van der Velden schreef in Golfers Magazine 2, 2019.