Terugkeer van een legendarisch Open

Het Belgisch golf is kan in meerdere opzichten bogen op een langere historie dan golf bij de noorderburen.

bko

De eerste golfclub in België, Royal Antwerp, werd in 1888 opgericht en het eerste Open werd in 1910 gespeeld. De Koninklijke Haagsche dateert uit 1893 en ons eerste Internationaal Open Golfkampioenschap werd in 1912 gespeeld.

Het grote verschil met ons Open is echter dat er grote gaten zitten in de chronologische lijst van de Belgische kampioenschappen. Vanwege de Eerste Wereldoorlog werd er natuurlijk van 1915 tot en met 1919 niet gespeeld. Dat geldt ook voor de periode van 1940 tot en met 1945. Maar vanwege vooral financiële redenen was er ook van 1959 tot en met 1977 geen Belgisch Open.

Na twee Opens duurde het vervolgens negen jaar voor er een Open op de kalender van de Europese Tour stond. Van 1987 tot en met 2000 was het vaak genieten van mooie edities op met name Royal Waterloo en Royal Zoute, die door Nick Faldo – winnaar in 1994 – een ‘hidden gem’ werd genoemd.

Richemont, het sigaretten- en sieradenconcern van de Zuid-Afrikaan Johann Rupert, hield het als hoofdsponsor van 1992 tot en met 2000 vol op Royal Zoute. De eerste keer werd het toernooi het Piaget Open genoemd, daarna ging het als Alfred Dunhill Open door het leven. Lee Westwood won het laatste Open in 2000 met een score van 266.

Royal Antwerp

Het is in 2018 dus 130 jaar geleden dat er bij Antwerpen een golfclub werd opgericht. De leden speelden op een provisorische baan die volgens de in 1976 uitgegeven World Atlas of Golf op een oefenterrein van het leger lag. In 1912 verhuisde de club naar een door Tom Simpson ontworpen course in het Kappelenbos, daar waar Royal Antwerp – het predicaat Koninklijk werd veel later verstrekt – nog steeds zijn domicilie heeft. De huidige 18-holes bosbaan kreeg zijn vorm toen Simpson in de jaren twintig een aantal nieuwe holes creëerde.

Royal Antwerp staat onder meer bekend om zijn uitstekende doglegs, al heeft de tand des tijds zijn invloed gehad. Met een lengte van 6.203 meter en een par van 73 is de baan echter te kort om een groot toernooi te organiseren. Spijtig.

Aan de hand van het overzicht in de mediagids van de Europese Tour kunnen we constateren dat het Belgisch Open slechts vier keer op Royal Antwerp werd gespeeld – voor het laatst in 1954, toen de Welshman Dai Rees de titel pakte.

Door de jaren heen is het Belgisch Open een sportief feestje geweest dat vooral in Knokke en rond Brussel werd gevierd, al vond een aantal edities plaats op de charmante baan bij Spa. Een terechte favoriet bij veel Nederlandse golfers.

Eerste editie

Het eerste kampioenschap werd, over 36 holes, in 1910 gespeeld op de destijds relatief nieuwe baan van de Royal Golf de Belgique, ook bekend als Ravenstein. Wie de architect was, weet men ook aldaar niet. De naam van Tom Simpson duikt net als in Antwerpen op. Maar volgens de annalen van Ravenstein zou het best zo kunnen zijn dat de baan in ieder geval is geïnspireerd op de ideeën van Seymour Dunn, die het ontwerp leverde voor het Noord-Ierse Royal Country Down. Maar de mogelijkheid bestaat ook dat Dunn de baan wel degelijk tekende.

Hoe het ook zij, op Ravenstein – ooit eigendom van de Oranjes – werd in 1910 het eerste Belgisch Open gespeeld. Daarmee is het kampioenschap na het Open de France (1906) het oudste van het continent. Duitsland (1911), Spanje en Nederland (beide stammend uit 1912) volgden al snel het Belgische voorbeeld.

Franse Bask

Met Arnaud Massy kreeg het Belgische golf meteen een winnaar met allure. De Fransman was afkomstig uit Biarritz, dat al in 1888 een golfbaan kreeg dankzij Britten die aldaar de zomermaanden doorbrachten. Massy caddiede op ‘Le Phare’ en hij viel op door zijn natuurlijke talent. De jongeman werd met toestemming van zijn ouders meegenomen naar Engeland. In 19o7 won Massy op Hoylake The Open, met twee slagen voorsprong op J.H. Taylor. Een jaar eerder had de Franse Bask het eerste Open de France op zijn naam geschreven.

Op de Royal Golf de Belgique rekende Arnoud Massy af met negentien anderen. Dat weten we dankzij Britse bronnen, want een speurtocht door het grootste Belgische digitale krantenarchief leverde niets op.

Massy won met een totaal van 139. De Schot Sandy Herd en de legendarische Harry Vardon deelden op vijf slagen het zilver.
Zeventien jaar later (in 1924) trok de legendarische Walter Hagen op Le Zoute, bij Knokke, aan het langste eind. De eerste showman in golf was dat jaar ook de beste in The Open op Hoylake en het PGA Championship.

De erelijst van het Belgisch Open vertoont een grote gelijkenis met die van het Nederlandse kampioenschap. Aubrey en Percy Boomer wonnen in beide landen. Datzelfde geldt voor Marcel Dallemagne, Sid Brews, Roberto de Vicenzo, Antonio Cerda en in latere jaren José Maria Olazábal, Miguel Angel Jiménez, Darren Clarke en Lee Westwood.

Flory van Donck

Maar dé naam die de Opens van Nederland en België verbindt, is die van Flory van Donck. De in 1912 in Tervuren geboren speler is nog steeds de beste die zijn land voortbracht al heeft Thomas Pieters alles in zich om hem ooit naar de kroon te steken. Van Donck won in Europa liefst 25 Opens, waaronder vier in Italië en drie in Frankrijk.

Misschien nog wel indrukwekkender waren zijn prestaties in The Open. In twaalf kampioenschappen – van 1950 tot en met 1959 eindigde de Van Donck negen keer in de top-10. De Belgisch grootmeester werd vijfde in 1955 en 1957. Daarnaast was hij twee keer runner-up.

In 1956 moest Flory van Donck op Hoylake drie slagen toegeven op de Australiër Peter Thomson. Drie later werd hij samen met Fred Bullock runner-up, twee strokes achter de jonge Gary Player.

Indrukwekkend waren ook zijn tweede plaatsen in een ander groot toernooi: het Brits PGA Matchplay. In zowel 1947 als 1952 werd Van Donck in de finale door Fred Daly geklopt.

Terug naar de Nederlands-Belgische connectie. Flory van Donck won zowel het Belgisch als het Nederlands Open vijf keer – in drie verschillende decennia.

Van Donck boekte in eigen land zeges in 1939 (Royal Spa), 1946 (Royal Waterloo), 1947 (Royal Spa) 1953 (Royal Waterloo), en 1956 (Royal Latem).

In Nederland was hij de beste in 1936 (Hilversum), 1937 (de Pan), 1946 (Hilversum), 1951 (Kennemer) en 1953 (Eindhoven).

Wat maakte Van Donck zo’n geweldige speler? De beste bron is de uit 1983 stammende Who’s Who in Golf van Peter Alliss: ‘His swing was rhytmic and his putting quirky; the toe of the putter was in the air in Aoki style’. Isao Aoki was in de jaren tachtig de beste Japanse golfer. Alliss zou Alliss niet zijn als hij niet nog iets anders over Van Donck had te zeggen: ‘The courtly and elegant Van Donck had a great following among women spectators.’

Hoewel hij al jaren geen Tour-speler meer was, kon ons Open lang op zijn deelname rekenen. Daar kwam in de editie van 1972 een abrupt einde aan. De 60-jarige grootmeester was op dag 3 boos omdat hij op de dertiende hole van de Haagsche geen relief had gekregen van de Nederlandse referee van dienst nadat zijn bal was beland ‘in een groepje jonge bomen naast de fairway in een perkje zwarte grond’.

Van Donck speelde de bal en rukte vervolgens woedend het boompje dat hem in zijn swing had gehinderd uit de grond.

Het Nederlandsch Golf Comité kon die niet over zijn kant laten gaan. Men had meerdere goede sancties kunnen verzinnen, maar het NGC koos ervoor om Flory van Donck, een van de grootste Europese golfers ooit, vanwege één uitbarsting voor het leven uit te sluiten van deelname aan ons Open.

Kleiner en pathetischer dan dit heeft golfland Nederland zich ervoor en erna zelden gedragen.

(Dit artikel stond eerder ook in Golfers Magazine 3. Nog geen abonnee van Golfers Magazine? Sluit dan hier een abonnement af)

Tour
  • Getty Images/Golf BE