Aftellen naar The Masters - nog zes dagen

Jan Kees van der Velden haalt herinneringen op aan Meesterlijke Masters

The Masters is het enige Major dat altijd op dezelfde baan wordt gespeeld. Dat geeft voor de bezoeker en de tv-kijker een gevoel van thuiskomen. Hoofdredacteur Jan Kees van der Velden haalt herinneringen op aan zijn eerste Masters.

Een beetje golfliefhebber kan de baan of de banen waar hij of zij regelmatig speelt uittekenen. De courses van de grote toernooien die op tv worden vertoond zijn wat moeilijker te onthouden.

Met uitzondering dan van de Augusta National Golf Club. Die zien we jaar in jaar uit in de tweede week van april uitgebreid op tv. Zelfs de Par 3 Contest wordt tegenwoordig rechtstreeks gecoverd.

Geen wonder dat als je daadwerkelijk voor het eerst op Augusta National bent, je een soort déjà-vu-gevoel krijgt. Met dit verschil dat beeld nu driedimensionaal is.

Hoe mooi en vooral hoe scherp de weergave op een hd-tv ook is, je ziet niet hoe heuvelachtig de baan van The Masters is. Het gebied rond het clubhuis ligt het hoogst; de green van twaalf, misschien wel de mooiste par-3 van de wereld, het laagst. Het verschil? Dertig meter.

Rond de ingang van Augusta National is het 51 weken per jaar redelijk rustig. Zeker in de zomermaanden als de baan vanwege de hitte gesloten is. Het hek is dicht en de bewaker, keurig in uniform, laat niemand binnen die niet naar binnen mag.

De entree aan Washington Road is sowieso niet opvallend en voor je het weet, ben je er voorbij. Het is zo'n typische Amerikaanse vierbaansweg met links en rechts kleine malls, fastfoodrestaurants en bars. Niet de buurt waar je een golfbaan van het statuur van Augusta National zou verwachten. Dat is ook de reden dat de club de vele miljoenen die The Masters opleveren, spendeert aan de aankoop van aangrenzende percelen. Zo wordt een nog grotere buffer met de gewone buitenwereld geschapen.

Een deel van de grond wordt in de week van The Masters gebruikt om de patrons, zoals de bezoekers worden genoemd, hun auto te laten parkeren. En daarmee is het eerste Major van het seizoen ook al afwijkend. Bij alle andere Majors, de Ryder Cup, zelfs het KLM Open parkeer je op forse afstand van de baan en word je met bussen en busjes naar de ingang gebracht. Hier is het nooit meer dan tien minuten lopen voor je de heilige grond betreedt. Maar dat gebeurt nooit via de hoofdingang. Gewone zielen komen niet via de zo vaak gefotografeerde en gefilmde oprijlaan die Magnolia Lane heet binnen. Verschil moet er zijn.

Mijn eerste Masters was dat van 1996. Het kampioenschap waarin Greg Norman de laatste ronde met een voorsprong van zes slagen op Nick Faldo en zeven op de toen 25-jarige Phil Mickelson begon.

Het was ook de editie met de tweede deelname van (amateur) Tiger Woods. Hij miste in '96 voor het eerst en het laatst de cut op Augusta. Twaalf maanden later won Woods de eerste van zijn vier Green Jackets.

Terug naar 1996. Dinsdag aangekomen voor een dubbele missie: een verhaal voor dit prachtblad en – samen met voormalig amateur-international Rik Ruts – vier dagen liveverslag voor de Belgisch/Nederlandse zender SuperSport.

Rik en ik hadden voor die dag maar een doel: zo snel mogelijk naar het hart van Augusta, naar Amen Corner. Natuurlijk waren elf, twaalf en dertien zoals we dat van de tv-beelden kennen. Maar het was toch anders. Nog grootser, nog blauwer (het water, toen nog gemengd met kleurstof), nog groener (het gras) en nog witter (de met gemalen kwarts gevulde bunkers).

Met een beker cola in de linker- en een sandwich in de rechterhand hebben we lang op de tribune bij twaalf gezeten, verbaasd over het feit dat de vlaggen op elf en twaalf – hemelsbreed 120 meter van elkaar verwijderd – volstrekt naar andere richtingen wapperden.

Diezelfde slechts 135 meter korte twaalfde was een van de holes waarop Greg Norman zichzelf in de laatste ronde onderuit haalde. Het leek eerder in de week een kampioenschap dat hij niet kon verliezen. Norman opende met een 63, een evenaring van het baanrecord. Het feit dat de Aussie met een voorsprong van zeven slagen aan de laatste achttien holes begon, zorgde ervoor dat Rik Ruts en ik de bijnaam van Norman al in Great Green Shark veranderden. Les snel geleerd: nooit op de zaken vooruit lopen.

Greg Norman stond na negen holes nog maar twee slagen voor op Faldo. Een gemiste green op tien, een 3-putt op elf en een bal in het water op twaalf hadden tot gevolg dat de Engelsman plotseling twee slagen voor stond. De nekslag voor Greg Norman was het teeshot op de korte zestiende dat ver links kopje onder ging.

Nick Faldo speelde de laatste ronde in 67 slagen, Greg Norman in 77. Voor de zoveelste keer was de Australiër in een Major een illusie armer. Hij begon in zijn carrière acht keer als leider aan de laatste ronde van een van de vier grote kampioenschappen. Alleen in The Open van 1986 op Turnberry pakte Norman de hoofdprijs. Meer zout in de wonde? In dat jaar was hij na 54 holes ook de nummer een in de andere Majors. In The Masters was er ene Jack Nicklaus die historie schreef door zijn achttiende grote zege te behalen, in het US Open zakte Norman naar de twaalfde plaats en in het PGA Championship holede Bob Tway op achttien een bunkerslag om de Australiër af te troeven.

Maar Augusta is natuurlijk veel meer dan het drama Norman, al zal er twintig jaar na dato in deze weken worden teruggekeken op zijn teloorgang.

Het is in de eerste plaats de club waarvan je kun zeggen dat velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Je moet worden gevraagd en al ben je nog zo rijk, openlijk solliciteren is de snelste manier om op de zwarte lijst te komen.

Maar dat is ooit wel anders geweest. De twee voornaamste initiatiefnemers, Grand Slam-winnaar Bobby Jones en zakenman Clifford Roberts hadden hoge verwachtingen van de baan en de belangstelling voor een lidmaatschap.

Augusta National werd in het voorjaar van 1932 in slechts 124 dagen aangelegd. Dat was maar goed ook, want er was nauwelijks geld in kas. De financiële crisis had ook de rijke Amerikanen flink getroffen en een lidmaatschap van een golfclub in het diepe zuiden had bepaald geen prioriteit. Architect Alister MacKenzie overleed in januari 1934, zonder volledig betaald te zijn. En dat terwijl hij zijn fee al van tien- naar vijfduizend dollar had verlaagd. De Schot heeft de voltooide baan vanwege ruzie en een slechte gezondheid overigens ook nooit gezien.

En tijdens de eerste editie van het Augusta National Invitation Tournament was MacKenzie al overleden. De naam Masters werd pas in 1939 ingevoerd.

Roberts en Jones zijn allang niet meer onder ons. Ze overleden in respectievelijk 1977 en 1971. Maar de geest van beiden waart nog steeds rond op Augusta National. Wat dat betreft is er op de club in acht decennia minder veranderd dan Downton Abbey – de succesvolle Britse tv-serie – in veertien jaar. De Groene Blazers zijn er nog steeds, kritische tv-verslaggevers – zoals Gary McCord van CBS – worden voor het leven verbannen. Wie nog namens deze tv-maatschappij wel commentaar mag geven, weet dat hij niets mag zeggen over de hoogte van het prijzengeld en dat hij de fans geen fans maar patrons moet noemen.

Het goede nieuws is dat de prijzen die voor bijvoorbeeld consumpties worden gerekend altijd belachelijk laag zijn gebleven en ook de andere voorzieningen voor de toeschouwers zijn beter dan op vrijwel alle andere grote kampioenschappen.

En hoewel voor The Masters terugkeren op Augusta zoiets als thuiskomen is, merk je iedere keer weer dat er wel iets is veranderd. De baan is vooral na Tiger Woods' verpletterende overwinning in 1997 flink verlengd. Er zijn 'plotseling' – zoals rechts van de elfde fairway – tientallen volwassen naaldbomen geplant.

En in 2012 waren er ineens twee dames lid: voormalig minister van buitenlandse zaken Condoleezza Rice en onderneemster Darla Moore.

De grote souvenirshop lijkt elk jaar weer een stukje groter te zijn. Het mediacentrum is mooier, beter en moderner dan welk ander perscentrum ter wereld ook.

Maar aan de andere kant zijn er nog steeds geen damestees, mag er door de USGA geen courserating worden gedaan en is het veld in The Masters door de vele terugkerende oud-winnaars en amateurs verreweg het zwakste van de vier Majors. Aan de andere grote kampioenschappen doen 156 spelers mee. Op Augusta fronst men al de wenkbrauwen als er honderd namen op de startlijst staan.

(Dit verhaal stond eerder in Golfers Magazine 2 / 2016)