Mooiste

Het is de vraag der vragen...met een onmogelijk antwoord.

'Wat is de mooiste baan die je ooit hebt gespeeld?' Als ik een euro had gekregen voor elke keer dat die vraag me is gesteld had ik een leuk setje kunnen kopen, maar ik kan het niet. Een setje kopen, noch een antwoord geven. En geloof me, dat laatste heb ik vaak geprobeerd, want wat zou ik graag een pasklaar antwoord paraat hebben op deze vraag der vragen. Al was het maar omdat ik nu elke keer maar wat om de hete brij heen sta te draaien. 'Bedenk anders wat je twintig favoriete banen zijn', zei een vriend onlangs, maar ook dat lukt niet. Als ik er twintig noem, wat doe ik dan met nummer 21? Stel dat ik het wel zou doen, stel, op basis waarvan bepaal ik de top dan? Mooi? Leuk? Gezellig? Score?

Ik heb behoorlijk wat banen mogen spelen sinds ik met deze sport begon en het overgrote deel daarvan wist me op een of andere manier te raken. Neem alleen al mijn allereerste, Waterland, in Amsterdam Noord. Is dat een van de mooiste? Nee, maar ik heb er nog steeds zulke mooie herinneringen aan dat ik er nog altijd graag kom en de par-71 een meer dan warm hart toedraag. Mijn eerste binnenlandse topper was de Hilversumsche. Het Dutch Open stond op het punt van beginnen en in dat decor mocht ik een rondje spelen. Ik scoorde als een dolle en sloot de baan voorgoed in mijn hart. Net zoals ik later deed met welluidende namen als De Lage Vuursche, UGC de Pan, de Eindhovensche, Domburg, The International, de Koninklijke Haagsche, de Noordwijkse, de Hoge Kleij en de Kennemer, om er maar een paar te noemen.

Maar ook op banen met (iets) minder naam en faam zat ik opgetogen op het terras na afloop van mijn rondje. De oude schoonheid van de Rosendaelsche. De op de dijk gelegen tees van de Zaanse. Het uitzicht op de Amsterdam Arena vanaf de Amsterdam Old Course. Het hert dat uit de ochtendnevel naar me toe kwam lopen op Prise d'Eau. Het wuivende helmgras op de polderinlandlinks van Dirkshorn. De uitstekende greens van De Houtrak. De heidebaan van Ullerberg. Het zijn stuk voor stuk herinneringen die een baan hoog op mijn ranglijst kunnen krijgen. Of er in elk geval een plekje rechtvaardigen.

Dat geldt echter net zo goed voor de kleinere ontwerpen. De heerlijke mini-links van The Dunes in Zandvoort. De par-3 holes voor het clubhuis van De Gelpenberg. De drivingrange van de over voetbalvelden uitgezette baan van Ookmeer waar je zo lekker op de dug-out kan mikken. Of neem...

Ach, misschien moet ik ook maar stoppen met proberen een goed antwoord te formuleren. Misschien ís het wel een onmogelijke vraag.

Mijn eerste uitgever in de golfwereld zei ooit toen we uitkeken over een prachtige Portugese fairway, dat die baan mooi was, maar een course aangelegd over voetbalvelden ook. 'Iemand heeft heel erg zijn best gedaan ervoor te zorgen dat wij – waar ter wereld we ook zijn – onze sport uit te kunnen oefenen. Met een overdaad aan middelen, met een minimum aan middelen, maar dankzij hen kunnen wij golfen.'

Misschien moet ik daar maar mijn antwoord van maken.

(Deze column van Martijn Paehlig stond eerder in Golfers Magazine 5)

(Foto: Istock)