Geen beker, geen kans

De Ryder Cup ging volkomen terecht naar Amerika. Martijn Paehlig kijkt terug.

Natuurlijk won Amerika deze week op Hazeltine. Had het anders kunnen lopen dan?

Alles hadden ze er aan gedaan aan de andere kant van de oceaan. Alles. Na drie opeenvolgende nederlagen was verliezen gewoon geen optie. Twee keer mocht Amerika slechts met de beker pronken deze eeuw, vier keer zelfs maar sinds 1985. Daar moest en zou verandering in komen was het algemene gevoel na de pijnlijke nederlaag en de onderlinge irritatie van twee jaar geleden.

Een task-force werd samengesteld, topspelers als Phil Mickelson en Tiger Woods werden al in een vroeg stadium betrokken en captain Davis Love III stelde zijn leven twee jaar bijna volledig in het teken van deze week op Hazeltine. Wat er ook gebeurde: de gouden beker zou niet weer mee naar Europa gaan.

Niemand zal het overlijden van Arnold Palmer met gejuich hebben ontvangen, maar reken maar dat er stiekem ook het 'positieve' van werd gezien. Het samen eren van een ontvallen Ryder Cup-held had Europa een paar jaar daarvoor immers ook heel veel extra energie gegeven.

Alle seinen stonden op groen voor een zege van Team USA.

Europa droeg ook zijn steentje bij door met een twaalftal spelers af te reizen dat – zacht gezegd – wel eens sterker was geweest. Captain Clarke moest het doen met een half dozijn rookies waarvan er enkelen niet in grootse vorm staken. In antwoord daarop selecteerde Big D met zijn wildcards enkele ervaren – maar nog minder in vorm zijnde – mannen in de personen van Lee Westwood en Martin Kaymer.

Het resultaat? Onvoldoende. Ruim onvoldoende.

Direct vanaf de eerste sessie (4-0 voor Amerika) liep Europa achter de feiten aan, en hoewel er goed werd geknokt: het vroeg geslagen gat werd niet meer gedicht. Bij het in gaan singles was het gat ruim (9.5-6.5), aan het eind van de rit nog veel ruimer (17-11).

Amerika boekte een overwinning waar niets op af te dingen viel. Al was het gedrag van een aantal van de Amerikaanse fans ronduit schandalig te noemen en vormde dat een klein smetje op een verder smetteloze overwinning.Voor Europa restte de kater. Al waren er ook pluspunten.

Thomas Pieters (als Nederlands sprekende zuiderbuur altijd al een beetje 'van ons', en nu nog net even meer) presteerde buitengewoon en werd de beste Europese rookie ooit. Ondanks het feit dat hij de eerste wedstrijd Lee Westwood met zich mee moest slepen, liet Pieters zien dat hij, dat het Belgische golf, Europa ook, toekomst heeft. Dat we ons echt geen zorgen hoeven maken na deze nederlaag.

Voor de toekomst van het evenement is de zege van Amerika misschien zelfs wel een zegen. Europa won zó vaak en zó makkelijk de laatste jaren, dat de aandacht voor het evenement in Amerika af begon te zakken. Iets wat nu niemand in zijn hoofd zal halen.

Maar boven alles waren het drie geweldige dagen van twee teams, van 24 topgolfers, waarin de sport zichzelf een enorme dienst bewees. Alle initiatieven om het spel populairder te maken kunnen zó de prullenbak in, zouden niet meer nodig zijn,  als de sfeer, de spirit, de passie van de Ryder Cup niet alleen om het jaar te zien zou zijn, maar elke week.

Al lijkt me dat tegelijkertijd ook weer dodelijk vermoeiend...wát een week was het.

Laat het aftellen naar 2018 beginnen!

(Foto: Getty Images)