Bondscoach

In zijn column voor Golfers Magazine 9 schreef Rob Hoogland over Maarten Lafeber... en Joop Alberda.

We hebben een bondscoach die als hij de kans krijgt liever op de European Tour speelt. Hij heet Maarten Lafeber en tijdens de KLM Open op The Dutch, waaraan hij deelnam, zei hij: 'Dit is voor mij een voorbereiding op de Qualifying School, waar ik mijn kaart voor het hoogste niveau kan halen.'

'Hoe doe je je werk als bondscoach dan, Maarten?', vroeg een wakkere AD-verslaggever.

'Deze week ben ik Lafeber de golfer en doe ik niets voor de NGF', antwoordde de 41-jarige Eindhovenaar. 'Ik kijk alleen met een schuin oog naar de amateurs die meedoen, maar dan vooral vanwege het WK.'

Right.

Hoe staat het Nederlandse golf ervoor? In de breedte nog steeds prima, al stagneert de boel een beetje. We hebben zo’n 400.000 golfers, de NGF is de vierde sportbond van het land. Aan de top is het echter knudde. Joost Luiten was het afgelopen jaar de enige Nederlandse vertegenwoordiger in de eredivisie van de European Tour, bij de vrouwen hebben we Dewi-Claire Schreefel, Christel Boeljon en Anne van Dam. Vergelijk dat eens met landen als Zweden, Denemarken, Spanje, Frankrijk, noem maar op, waar ze echt niet zoveel meer actieve golfers hebben dan in Nederland, vaak zelfs minder, maar waar de topspelers bijkans over elkaar struikelen.

'Daar ligt een complex van factoren aan ten grondslag', zou Rinus Michels gezegd hebben. Eén zo’n factor, een niet onbelangrijke: golf is hier een, excusez le mot, ouwelullensport. Wat voor de hele golfwereld geldt, geldt voor de Nederlandse golfwereld in het bijzonder. Meer dan bijvoorbeeld in Zweden, waar twintig procent van de golfers jonger dan twintig jaar is.

Hoe je het ook wendt of keert, de jeugd zal de talenten moeten voortbrengen die aan de top de concurrentie met al die Zweden, Denen, Spanjaarden en Fransen dienen aan te gaan. Gebeurt dat, dan zal nog meer jeugd voor de golfsport kiezen. Het sneeuwbaleffect. Goed voorbeeld doet volgen. Zo gaat dat nu eenmaal.

Maar ja, dan zal de huidige jeugd toch eerst naar grotere hoogten moeten worden gestuwd.

Lukt dat met een parttime bondscoach die als hij de kans krijgt liever op de European Tour speelt?

Niks tegen Maarten Lafeber. Jarenlang was hij een uitstekende ambassadeur voor de Nederlandse golfsport. Maar is hij de juiste man op de juiste plaats? Getuigt dit niet van een iets te amateuristische aanpak? Hebben we geen bondscoach nodig die 24 uur per dag bloedfanatiek de lijnen uitzet?

Tip voor de NGF: ga eens praten met Joop Alberda.

Die man weet dingen.

Rob Hoogland

(Bovenstaande column verscheen in Golfers Magazine 9. In Golfers Magazine 10 (15 december in de winkel) staat een uitgebreid interview met Joop Alberda, geschreven door Guus van Holland)

 (Foto: Golfsupport)