Uit Golfers Magazine: column Andy Houtkamp - Cuba

Andy Houtkamp is gek op golf, maar niet altijd

cuba

Vanwege mijn prachtige beroep kom ik nogal eens in verre landen. Maar afgelopen mei ben ik 'privé' met mijn eega op vakantie geweest naar Cuba. Als kind van de jaren zeventig en tachtig was dat een lang gekoesterde wens. Wie liep er niet met een Che Guevara T-shirt en Fidel was toch maar mooi die idealist die het opnam tegen de wereld en met name het kapitalisme. En dus gingen wij op zoek naar de prachtige dingen die dit land te bieden heeft. En dat zijn er vele. Ik ga u niet een mooi reisprogramma aanbieden, daarvoor gaan er al genoeg bekende Nederlanders in televisie-uitzendingen op pad, maar ik kan u melden dat het nog indrukwekkender is dan ik van tevoren hoopte.

Uiteraard zijn er door de boycot van het westen weinig luxe dingen te krijgen, maar de bevolking is over het algemeen vrolijk en gelukkig met wat ze hebben. Tel daar de vriendelijkheid, de mooie natuur en het fijne klimaat bij op en je komt bijna in het paradijs terecht. Natuurlijk zijn er ook minpunten zoals de onzichtbare armoede. Mensen moeten rond zien te komen van een maandsalaris van omgerekend rond de dertig euro. En daar kan je wel meer mee doen dan bij ons, maar het is uiteraard geen vetpot.

Als golfverslaafde was ik natuurlijk ook benieuwd naar de eventuele golfbanen op Cuba. Dat zijn er twee. Een 9-holesbaan in een buitenwijk van Havana en een heel mooie bij Varadero. Varadero is een soort Bodrum of Belek. Eigenlijk heeft het weinig met Cuba te maken. De Cubanen zelf mogen er eigenlijk niet komen en het bestaat uit vele all-inclusive hotels.

De golfbaan is een plaatje. Mooie fairways, greens en een schitterend clubhuis. De golfbaan ligt langs de zee, heeft palmbomen te over en bij de slothole staat een zeer fraai groot beeld in Inca-stijl.

Heb je lekker gespeeld, zult u zich afvragen. Nee, ik heb geen bal geslagen. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om 130 euro greenfee te betalen in de wetenschap dat zoveel mensen daar een half jaar voor zouden moeten werken. Het oude idealisme in mij kwam even boven drijven. Een soort van solidariteit zou je het bijna kunnen noemen.

Ik weet het, ook in Turkije en Griekenland zijn arme mensen en zelfs in de buurt van de mooie golfbanen in de Verenigde Staten kunnen veel inwoners van steden en dorpen amper rondkomen van hun maandelijkse loontje. Terwijl even verderop rijke Amerikanen en Europeanen honderden dollars betalen om zich een uur of vier over hun spel te ergeren. Maar Cuba vond ik wat anders. Noem mij naïef, maar in het land dat socialisme tot levenswijze heeft gemaakt hoort geen patserige golfbaan. Dus heb ik mijn golfshirts weggegeven aan autochtonen en die waren er maar wat blij mee. Voor het eerst in mijn leven was ik blij dat ik niet had gegolft.