Tiger Woods: 20 jaar na dato

Vandaag is het precies twintig jaar geleden dat Woods zijn eerste Masters won. Van 13 april 1997 naar 13 april 2017. Een bijzonder verhaal.

13 april 1997 is een historische dag voor de golfwereld. Die dag (vandaag dus) is het precies twintig jaar geleden dat Tiger Woods zijn eerste Major won en daarmee de aanzet gaf voor een 'revolutie' in de golfwereld. Voor Golfers Magazine 2 schreef Jan Kees van der Velden een uitgebreid verhaal over die historische dag, over die historische week. 

De week die alles veranderde

Het is twintig jaar geleden dat Tiger Woods met grote voorsprong voor het eerst The Masters won. Het was het begin van de Tiger Revolutie.

In de wielersport had men het een paar jaar geleden over het nieuwe wielrennen. Niemand had een idee wat dat nu eigenlijk betekende. Er is nog steeds sprake van combines, van verkochte koersen. Er zijn motortjes op de markt die bijna niet te ontdekken zijn. En ook op dopinggebied blijven duistere artsen in staat om nieuwe methodes uit te vinden.

Van dat nieuwe wielrennen is niets terecht gekomen.

Dan het nieuwe golf!

Het is een powergame voor getrainde atleten, die geenszins lijken op de iele mannetjes of te dikke figuren uit de jaren zeventig en tachtig. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De topgolfers van nu slaan de bal een mijl en hebben een kort spel dat messcherp is.

De datum die daar bij hoort? Zondag 13 april 1997. Dat was dé dag van dé week die golf voor altijd veranderde. Tiger Woods, 21 jaar jong, won The Masters met een recordscore van achttien onder par. Hij had een nooit vertoonde voorsprong van twaalf slagen op de runner-up, Tom Kite. Woods speelde een soort golf dat paste bij een nieuwe generatie. En iedere topspeler van nu is in feite schatplichtig aan Tiger Eldrick Woods.

The Caucasian Clause

De overwinning was ook in een ander opzicht historisch: het was het eerste Major dat Woods als professional speelde en het was de eerste zege van een zwarte Amerikaan in zo'n groot golfkampioenschap. En als klap op de vuurpijl speelde het zich allemaal af op het bolwerk van de blanke golfcultuur, Augusta National.

Tussen de historische zege van Tiger Woods in april 1997 en het besluit van de Amerikaanse PGA om ook niet-blanken aan wedstrijden van de Tour mee te laten doen, lagen 35 jaar, vijf maanden en drie dagen. Golf was eeuwen oud, maar in de VS waren zwarte mensen op de baan in 99,9 procent van de gevallen caddies, greenkeepers of clubhuismedewerkers.

Golf was het laatste sportbastion dat voor de morele, maatschappelijke en vooral juridische druk zwichtte. De in 1916 opgerichte PGA had ooit zelfs haar Caucasian Clause. Het lidmaatschap was alleen beschikbaar voor ‘professional golfers of the Caucasian race (blank, red.), residing in North or South America’. Pas op 10 november 1961 stemde de algemene ledenvergadering van de PGA in met het voorstel van het bestuur om de clausule te schrappen en dat werd met 87 stemmen voor en nul tegen aangenomen.

Of het allemaal van harte ging? Waarschijnlijk niet. Maar onder druk worden zaken vaak vloeibaar. In het voorjaar van 1961 kreeg de PGA te horen dat het PGA Championship van 1962 niet in Los Angeles kon worden gehouden. De procureur-generaal van Californië, Stanley Mosk, vertelde het bestuur van de PGA dat de Caucasian Clause in strijd was met de wetten van de staat. De PGA besloot om het kampioenschap naar een andere staat te verplaatsen, maar kondigde meteen aan de leden te vragen om de clausule te schrappen. Wat dan ook gebeurde.

De grote profcompetities van de VS waren toen al jaren gemengd. Major League Baseball was met Jackie Robinson de eerste die de regels aan zijn laars lapte. Hij maakte in april 1947 zijn opwachting als tweede honkman van de Brooklyn Dodgers. In 1949 werd George Taliaferro tijdens de draft van de National Football League – waarbij talentvolle collegespelers volgens een keuzesysteem keurig over de teams worden verdeeld – gekozen door de Chicago Bears, al debuteerde hij in een team uit Los Angeles. In 1950 was Earl Lloyd de eerste zwarte speler in de NBA. Hij speelde zijn eerste wedstrijd voor de Washington Capitals.

Verwachtingen en twijfels

Tiger Woods was zeven maanden voor zijn deelname aan The Masters van 1997 professional geworden. In september 1996, twintig jaar jong en vlak na zijn derde zege op rij in het US Amateur, maakte hij zijn debuut, in het Greater Milwaukee Open. Er was geen zege voor hem weggelegd al maakte Woods wel een hole-in- one. Maar het was uitstel van executie: hij won al een maand later het Las Vegas Invitational en weer twee later in Orlando het toernooi van Disney. Woods sloot 1996 af als de nummer 33 van de wereld.

The Masters was Woods’ zevende wedstrijd van 1997 en zijn vijftiende als pro. Er stonden aan de vooravond van het eerste Major van het seizoen al drie zeges op zijn lijstje, want in het door regen geteisterde Mercedes Tournament of Champions klopte hij regerend Brits Open-kampioen Tom Lehman op de eerste extra hole.

Toen hij zijn auto Magnolia Lane op stuurde, was Woods op de wereldranglijst inmiddels naar de veertiende plaats gestegen. De verwachtingen waren hooggespannen, de kaartjes op de zwarte markt – altijd al peperduur – stegen bijna per uur in waarde, net als de tarieven van de huizen die in de Masters-week door hun eigenaren worden verhuurd. Er hing iets in de lucht, er kon geschiedenis worden geschreven.

Maar er waren ook twijfels. En die hadden niet alleen met de druk op de schouders van Woods te maken. Hij had in tal van opzichten een enorme voorsprong op andere 21-jarigen, vond CBS-analist Peter Kostis, die anno 2017 nog steeds voor de omroep werkt. ‘Zijn techniek is afgelopen jaar enorm verbeterd. Maar hij heeft waarschijnlijk meer ervaring rond en op de greens nodig voor hij zijn eerste Groene Blazer wint.’

Kostis leek al meteen op dag één gelijk te krijgen.

Woods was vier boven bij de turn, maar hij was niet de enige die problemen ondervond. ‘Ik heb de greens nog nooit zo snel en zo hard gezien’, oordeelde Jack Nicklaus na een 77. Titelverdediger Nick Faldo had vijf 3-putts op de eerste negen en liet een 75 noteren. ‘Ik kon de bal niet in de fairway houden’, gaf Woods als reden voor zijn slechte start. ‘’Het was een moeilijk begin van de dag maar ik heb het overleefd.’

Tiger Woods chipte in voor birdie van achter de green van de gevreesde twaalfde en voor de par-5 vijftiende had hij slechts driver-wedge nodig voor een eagle. Met een 70 had hij niet meer dan drie slagen achterstand op John Huston.

Woods liet een dag later weinig ruimte over voor twijfel: met een 66 speelde hij zich naar een voorsprong van drie slagen en de marge werd op zaterdag met een sublieme 65 zelfs negen slagen. Negen!

Charlie en Lee

Een journalist van de New York Times had de tegenwoordigheid van geest om tijdens ronde drie Charlie Sifford te bellen, die thuis naar de tv zat te kijken.

‘I'm watching my grandson,’ zei hij. ‘That's my grandson there. This is the kid who's doing what I wanted to do, but never had the chance to do. Man, it's making me feel like a newborn baby watching this.'

Charlie Sifford en ook Lee Elder. Twee van de mannen die het succes mede mogelijk maakten. Sifford kreeg al een jaar voor het schrappen van de Caucasian Clause een soort tourkaart van de PGA. Maar het was allemaal niet gemakkelijk. ‘Man, het is moeilijk genoeg om te winnen als je moet winnen, als je dat geld nodig hebt en je iedere Negro die voor je juicht ook nog eens met je mee moet dragen.’

In 1967 werd de nimmer versagende Sifford beloond. Hij won het Greater Greensboro Open na een laatste ronde in 64 slagen. Twee jaar later schreef hij het Los Angeles Open op zijn naam. Op de PGA Tour speelde hij 340 duizend dollar bij elkaar en – later – op de Senior Tour – een miljoen.

Dat waren bedragen waar hij ooit alleen maar van had kunnen dromen. Maar Sifford kon ondanks de successen niet verkroppen dat hij nooit werd gevraagd om The Masters te spelen. De regel dat winnaars van reguliere PGA-toernooien een invitatie kregen, werd pas in 1971 ingesteld. Twee jaar te laat voor Sifford.

Of dat Augusta National goed uitkwam? Waarschijnlijk. Maar het gaat te ver te beweren dat men bewust heeft geprobeerd om zwarte spelers te weren. En ook als dat toch enigszins het geval was, kon Augusta niets doen aan de deelname van Lee Elder.

Elder won in de zomer van 1974 het Monsanto Open, na een play-off met de Engelsman Peter Oosterhuis.

Zijn debuut in The Masters in 1975 werd met meer dan gewone belangstelling verslagen door de media. Lee Elder miste met 74-78 de cut, maar hij had bewezen op het hoogste niveau thuis te horen. Hij zou nog vijf keer The Masters spelen en haalde drie keer de cut. In 1977 boekte Elder zijn beste resultaat (zeventiende) en twee jaar later was hij de eerste zwarte speler in het Amerikaanse Ryder Cup-team.

Jongste Major-winnaar

Woods speelde de laatste ronde in 69 slagen. Vlak voor zijn starttijd werd hij bij de oefengreen gelukgewenst door Lee Elder. ‘Dat was mooi’, zei Tiger Woods later. ‘Mensen als hij hebben het mogelijk gemaakt dat ik prof kon worden, dat ik deze kans zou krijgen.’

Zijn score van 270 (-18) was de laagste in de geschiedenis van The Masters en zijn winnende voorsprong van twaalf slagen – op Tom Kite – was de grootste ooit op Augusta. Hij was met 21 jaar, drie maanden en vijftien dagen ook de jongste speler die de Groene Blazer aan mocht trekken.

In 1965 had Jack Nicklaus met een score van 271 slagen gewonnen en die prestatie ontlokte Bobby Jones de uitspraak dat de jongeman een soort golf speelde waar hij niet bekend mee was. Nicklaus – 39ste op 29 slagen van Woods – was op zijn beurt onder de indruk van Woods. ‘Arnold Palmer en ik zijn van mening dat this kid meer Masters gaan winnen dan hij en ik samen.’

Dat was nou net een voorspelling die niet is uitgekomen en ook niet uit zal komen. Nicklaus won zes Groene Blazers en Palmer vier. Woods is op vier blijven steken.

Tiger-effecten

En toch moeten we twintig jaar na dato van een historisch kampioenschap spreken, van een Masters-week die alles veranderde. Niet alleen omdat Woods de eerste zwarte Major-winnaar was. Natuurlijk, dat was met name in de VS een belangrijk item. Maar het was vooral de manier waarop Tiger Woods zijn spel speelde. Hij maakte van een spel dat vooral ging om recht slaan en finesse, een sport van power, lengte en atletisch vermogen.

Als tourspeler volgde je deze trend en ging je de sportschool in, of je haakte af en deed wat je altijd al deed. In dat laatste geval was het het einde van een mooie carrière.

Het bestuur van Augusta National zag wat er gebeurde en greep in: een aantal holes werd in fases verlengd. In 1997 was de baan 6.332 meter lang. Dit jaar staat er 6.808 meter op de scorekaart. Van het Tiger-proof maken, wilde het bestuur van Augusta National niet spreken. Maar een andere, steekhoudende reden weigerde men eenvoudigweg te geven.

Golf werd door de successen van Woods ook een sport van het grote geld. De Amerikaanse networks wilden niets van hem missen. De tv-rechten werden meer waard en daardoor stegen de prijzengelden – vooral in de VS – op spectaculaire wijze.

De huidige generatie heeft Woods alweer overvleugeld. Dat proces is versneld sinds Het Schandaal van 2009 en de reeks steeds ernstiger wordende blessures.

Mogelijk dat een gezonde Tiger Woods het nog wat langer had kunnen uitzingen en dat hij nu – bijvoorbeeld – op het niveau van een Phil Mickelson had geacteerd.

Maar ook een relatief fitte Woods had zich mannen als Jason Day, Dustin Johnson, Rory McIlroy en Jordan Spieth niet van het lijf kunnen houden. Daar was ook niets op tegen geweest. What goes around, comes around. Ook in de sport die in de tweede week van april 1997 zo enorm kantelde.

(Tekst: Jan Kees van der Velden. Foto's: Getty Images)