Afzien

Het U.S. Open is het Major waar 's werelds besten eruit zien als weekendhakkers.

Het is de week van het U.S. Open, het tweede Major van het jaar, en eerlijk gezegd, mijn minst favoriete van de vier Majors van de mannen.

Iedere golfliefhebber heeft zijn eigen volgorde waarop hij de Majors indeelt. Ik gok dat The Masters en The Open, net als bij mij, in de meeste gevallen bovenaan staan. Waarom? De eerste vanwege de traditie, de prachtige plaatjes, het begin van het seizoen, de belofte van de lente. De tweede eveneens vanwege de traditie, de dagenlange uitzendingen op de BBC (tot vorig jaar dan), de mogelijkheid om in dezelfde tijdzone te kijken, de wispelturigheid van linksgolf, het prachtige publiek langs de touwen.

Blijven over het USPGA Championship en het U.S. Open. De eerste valt al meer dan tien jaar steevast midden in mijn vakantie, waardoor 'onbekend maakt onbemind' steeds meer opgaat, ook al weet ik dat je na het vierde Major weer acht maanden moet wachten voor het hele circus weer van voren af aan begint.

Bij het U.S. Open ben ik wel altijd thuis, en ik mis zelden een dag. Kapot ben ik altijd na vier dagen. Kapot. Dat heeft twee oorzaken. Het vaak grote tijdverschil maakt de laatste uren vaak een worsteling met de slaap, waardoor ik niet zelden wakker word in de eindtune van de uitzending. De oplossing daarvoor is even simpel als doeltreffend: rechtop blijven zitten met je blote voeten op het koude parket. De andere oorzaak is lastiger aan te pakken. Onmogelijk zelfs. Ik weet dat leven lijden is, en topsport helemaal, maar in hun verlangen het toernooi het zwaarste Major van het jaar te maken, worden de banen door de organisatie elk jaar zó moeilijk geprepareerd dat je meer bogeys dan birdies ziet en rode cijfers eerder uitzondering dan regel zijn.

De beste spelers van de wereld hakken zich vier dagen lang een weg door okselhoge rough terwijl de organisatie met satanisch genoegen handenwrijvend langs de kant staat toe te kijken hoe ze het weer voor elkaar hebben gekregen de golfelite op de knieën te krijgen. Ik kan het afzien maar moeilijk aanzien. Als ik bogeys, dubbele bogeys, of nog veel hogere scores wil zien, dan ga ik wel kijken naar een wedstrijd van mijn eigen clubje of neem ik mijn eigen scorekaart onder de loep. En ook daar kan ik niet al te lang naar kijken voor de lol er vanaf is.

Het verschil tussen een kans en kansloos is flinterdun.

(Foto's: Getty Images en USGA / Jeff Haynes)